Lelies komen ieder jaar terug als je ze in de volle grond poot. Dat is natuurlijk erg leuk als je ontdekt dat ze in het voorjaar opnieuw beginnen te groeien uit de bol. Maar behalve jijzelf hebben deze blinkend rode beestjes misschien ook ontdekt dat daar een nieuwe lelie groeit. Leliehaantjes (Lilioceris lilii) zijn planteneters die vooral lelies en Fritillarias op hun menu schrijven.
Leliehaantjes zijn in Europa inheems, en bij ons hebben ze gelukkig wel een paar natuurlijke vijanden, met name een sluipwesp (Diaparsis jucunda) die haar eitjes legt in de larven van het leliehaantje. In de VS, waar het insect per toeval werd geintroduceerd samen met wat bloembollen, is verdelging (nog) veel moeilijker.
De beestjes weten zich goed te verdedigen tegen vogels: de volwassen kevers schijnen verschrikkelijk slecht te smaken, en de larven hebben er iets nog ingenieuzer op gevonden. Die smeren immers hun eigen uitwerpselen op hun rug, en lijken daardoor op een wandelend hoopje vogelpoep… en geen vogel die daarvan wil proeven! (Dit ‘schild’ helpt de sluipwespen echter om ze te lokaliseren….)
Mocht je een leliehaantje ontdekken in je lelies, dan moet je zorgen dat je ze zo snel mogelijk dood. Maar pas op…. Leliehaantjes hebben de gewoonte om zich bij de minste bedreiging op de grond te laten vallen, en als je dus probeert om ze gewoon stuk voor stuk beet te pakken, dan is de rest verdwenen zo gauw je er één te pakken hebt. Vraag daarom wat hulp als je ze te laat ontdekt en er al meerdere inzitten. Houd jullie handen onder de plant en tik dan tegen de onderkant van de steel. Een ander idee is om een doek rondom de steel te leggen waar ze op kunnen vallen.
Wil je voorkomen dat er leliehaantjes in je lelie komen dan is de beste manier met chemische insecticiden. Deze moeten vroeg in het seizoen bestreden worden (april-mei) om te voorkomen dat er leliehaantjes verschijnen. Voor biologische bestrijding kunt u zeepwater (liefst van al van bruine zeep) of neemolie gebruiken, die misschien kunnen helpen om de bladeren glad te maken, waardoor de leliehaantjes niet kunnen blijven zitten op de plant. Deze behandeling moet je wel vaak herhalen! Er is ook een mild maar werkzaam biologisch alternatief : een extract van Salie en eikenschors. Dit mengel wordt gewoon op de planten gespoten en de Haantjes verdwijnen, omdat ze de lelie niet meer als lelie herkennen. De plant neemt de etherische olieën van de salie en de eik op, waardoor de voor de haantjes onweerstaanbare leliegeur wordt gemaskeerd. Opnieuw opbrengen als er weer haantjes worden gesignaleerd.
Salie-eik extract (voor 1 liter)
Knip 100 gram echte Salie (Salvia officinale) klein en voeg hier 1 liter water aan toe. Neem twee lange twijgen van een eikenboom en verwijder de schil ervan. Voeg de schil aan het water met de salie toe. Kook het geheel zachtjes gedurende een 1/2 uur. Giet het preparaat af en vang het op. Spuit uw Lelies, Keizerskronen en Kivietsbloemen hiermee in. De Leliehaantjes zullen de planten links laten liggen. Herhaal de procedure als er weer Haantjes worden gesignaleerd.